Achter Gentse deuren
GUM
Ann Buysse
10/11/2020
En terwijl het GUM zich toonde aan de wereld, werd de wereld ook een levensecht GUM.
Stafmedewerker CAW
Elmira
24/11/2020
20 jaar geleden stonden we met mijn man en onze zoon van 3 jaar voor de oud-stadsbibliotheek aan de Zuid. Onze eerste kennismaking met Gent. Zes maanden eerder waren we gevlucht voor de oorlog in ons land van herkomst, Tsjetsjenië. We verbleven toen in het opvangcentrum voor asielzoekers in Limburg en mochten al het centrum verlaten, maar eerst moesten we een woning vinden. De huisvesting was toen een even groot probleem als nu voor de kwetsbare mensen in onze samenleving. Kan je geen loonfiches van de laatste drie maanden voorleggen, maak je bijna geen kans om een woning te vinden.
Onze keuze voor Gent was niet toevallig. Ik ben arts en mijn man heeft politieke wetenschappen en economie gestudeerd. We wilden onze universitaire diploma’s behalen. Via via kregen we telefoon van een arts uit Tsjetsjenië die in Gent woonde, en hij was bereid om ons te helpen. Dus we hadden een afspraak met hem voor de bibliotheek. Een ganse dag liepen we door de straten van Gent. Gent deed ons ook denken aan Sint-Petersburg, stad van onze studentenjaren (periode van beste herinneringen in ons leven)… Onze landgenoot deed zijn best, maar helaas. Hij kreeg bij elke telefoon naar de verhuurder ‘neen’ te horen. Uitgeput namen we ‘s avonds de trein aan de Dampoort. De avondverlichting maakte Gent nog mooier. ‘Ooit keren we terug’, dacht ik…
Per toeval belandden we dan in Hamme. Via iemand uit het opvangcentrum kregen we telefoon van de eigenaar van een woning in Hamme. De woning was zo slecht dat niemand de woning wou huren. Achteraf gezien hadden we geluk bij een ongeluk. We kregen een warm onthaal door onze Vlaamse buren. Ze hielpen ons met alles, wel met vallen en opstaan, want voor hen was het ook allemaal nieuw. We waren één van de eerste vluchtelingen die in Hamme kwamen wonen. Dankzij onze babbel (elke dag) met de buren kon ik na 2-3 maanden behoorlijk Nederlands zonder dat ik nog naar school ben geweest. Maar het allerbelangrijkste was het thuis-gevoel die onze buren ons gaven, we vonden een tweede familie. We staan waar we staan vandaag dankzij hun steun en steun van vele andere mensen die we op ons parcours hebben ontmoet. Het integreren doe je niet alleen.
Dankzij het onthaalbureau nieuwkomers mochten we 2 niveaus Nederlands volgen bij het talencentrum van UGent. Ik begon te werken als sociaal tolk/vertaler. Mijn droom om mijn artsendiploma te behalen moest ik even opbergen. Ik vond het toen niet erg, want ik wou ook graag mijn lotgenoten helpen en dat kon ik via tolken en vrijwilligerswerk. Samen met andere vluchtelingen uit de regio waas en dender hebben we een vereniging opgericht om de nieuwkomers te helpen bij hun integratieproces. Als ervaringsdeskundigen konden we hen goed begrijpen en helpen om niet de fouten te maken die we ook hebben gemaakt. In 2011 kreeg ik een eretitel ‘Vredesvrouw’ voor mijn bijdrage als vrijwilligster en mocht ik op audiëntie bij de Koning. Waar ik vandaan kom is dat ondenkbaar om een halfuur aan tafel te zitten met de Koning en vertellen over jouw projecten. Het was een mooie ervaring.
Mijn buitenlandse diploma’s zijn gelijkgesteld met bachelor verpleegkundige. Dit gaf mij mogelijkheid om in 2004 voor de functie van vluchtelingenveldwerker bij de stad Sint-Niklaas te solliciteren. En ik had geluk! Bovenop had ik een ’lotto gewonnen’: ik kreeg supertoffe collega’s, echte welzinswerkers met hart op het juiste plaats! Ik heb met veel plezier deze job gedaan gedurende 12 jaar en veel bijgeleerd.
In 2014 hebben we onverwachts een kans gekregen om een woning in Gent te kopen. ‘Ooit keren we terug’ werd realiteit.
In 2016 ben ik een nieuwe professionele uitdaging aangegaan en werk nu in mijn hoofdberoep als stafmedewerker bij CAW.
Oost-Vlaanderen en coördineer Mind-Spring programma. CAW werkt met meest kwetsbare mensen in onze samenleving. We hebben een breed aanbod: opvang voor daklozen, crisisopvang, woonbegeleiding, slachtofferhulp, eerstelijns psychologische hulp, budgetbegeleiding, buddywerking, Mind-Spring,…
Mind-Spring is een psycho-educatie programma voor vluchtelingen, asielzoekers en migranten met het doel de veerkracht te verhogen en zo te helpen de toekomst aan te pakken. Basis hierin is de eigen kracht. De sessies worden begeleid door ervaringsdeskundigen (vluchtelingen) en hulpverleners uit de welzijnssector of het onderwijs.
Elk jaar volgen ongeveer 450 vluchtelingen dit programma in Oost-Vlaanderen. In Gent organiseren we dankzij de financiering door de Stad Gent gemiddeld 15 groepen per jaar.Er zijn veel wat mensen die over vluchtelingen denken: ‘Ocharme’ of ‘Al die profiteurs’… Beide kampen weten weinig over de vluchtelingen.
Je hebt natuurlijk ook complexe gevallen, maar de meeste vluchtelingen zijn sterke mensen. Je moet sterk zijn om beslissing te nemen om alles achter te laten; afscheid te nemen van jouw familie, vrienden; jou in het totaal onbekende en in onzekerheid gooien met hoop voor een betere toekomst voor jouw kinderen; van nul te beginnen zoals een peutertje ondanks jouw leeftijd… Vluchtelingen zijn gemotiveerd en ze willen vooruit, maar jammer genoeg zit je 1-2 jaar in asielprocedure en wordt ‘offline’ gezet. Je verliest kostbare tijd. Ikzelf mag niet klagen over mijn loopbaan, maar had ik Mind-Spring programma in eerste 6 maanden van mijn verblijf in België (in het opvangcentrum) gevolgd, had ik het toch anders aangepakt en had mijn tijd en energie veel efficiënter ingezet. Met Mind-Spring bieden we vluchtelingen die ‘verdrinken in complexe situatie’ een eiland, we klimmen samen erop, komen tot adem en rust, denken samen na hoe je de situatie best aanpakt, hoe je je veerkracht kan (her)vinden, wat moet je eerst aanpakken en wat daarna, … Dit is van de meeste vluchtelingen nodig hebben en de deelnemers van Mind-Spring cursus bevestigen dit in de eindevaluaties die we met hen maken. Ze zijn ook enorm dankbaar voor de kansen die ze krijgen en willen meewerken aan de toekomst van onze samenleving.
En wat ‘profiteurs’ betreft: je hebt altijd gelukzoekers, zoals overal. Maar dit is een kleine minderheid. Er zijn bevoegde instanties in ons land om te onderzoeken of je in aanmerking komt voor de internationale bescherming en ze doen hun werk zoals het moet.
En rotte appels zijn er ook zoals bij elke gemeenschap en etnische groep. Maar gelukkig worden we als Belgen niet als drugssmokkelaars behandeld in landen waar Belgen met kilo’s heroïne of cocaïne werden opgepakt. Wie een misdaad pleegt, moet als misdadiger behandeld worden en gepaste straf krijgen. Ongeacht zijn/haar afkomst of statuut moeten we als samenleving ons vraag durven te stellen: wat zet mensen op een verkeerd pad en hoe we dit moeten voorkomen?
COVID-19 heeft ons leven drastisch veranderd. Maar ik hoop ten zeerste dat we onze lessen gaan trekken uit deze crisis; dat we meer aandacht gaan hebben voor de kwetsbare mensen; dat we het bezoek aan ouderen in rusthuis niet gaan uitstellen door andere dringende zaken; dat we meer respect tonen voor de mensen die in de zorgsector werken; dat we meer aandacht gaan besteden voor ons milieu; dat we leren gelukkig zijn ook met kleine sprankelende gebeurtenissen, … Maak werk van de komende Kerstperiode en hou het gezond en veilig!
Ik zie elke dag veel mensen, zelfs nu in covid-19 tijden, al is het dan via de videochats. Ik behaalde mijn Master in de Psychologie aan de VUB, en werk als therapeut, coach en trainer. Vanop de eerste rij zie ik hoe mensen reageren op de maatschappelijke stilstand. Tijdens lock down 1 leek het nog wel mee te vallen. Het was nieuw, iedereen was verrast en er kwam slechts met mondjesmaat het voortschrijdend inzicht dat er iets ongezien en groots aan hand was. Het was nieuw, maakte bang, maar ook nieuwsgierig en er kwam snel perspectief. Ondertussen is er lock down 2 en merk ik een grotere waaier aan emoties en meningen: boosheid, neerslachtigheid, angst, opstandigheid, verlies aan hoop…en meer mensen die zich eenzaam voelen en een gevoel van gemis kennen. Er is blijkbaar méér veerkracht nodig nu om een goede levensstrategie te vinden.
Vorige week nog was er iemand die zich schuldig voelde omdat hij jaloers was; bij een buurman zat alles mee: vrouw, gezin, huis, job, alles klopte, en dat gezin zat in een luxe. “Jaloers zijn is ok”, zei ik, “het gaat er om wat je met dat gevoel aanvangt” en daar schrikken mensen soms van, dat gevoelens niet altijd positief moeten zijn, dat het ok is om jou soms wat minder te voelen. “In elke mens wordt gevoeld en gedacht”, denk ik vaak. Wat binnen jouw controle ligt, is wat je met die gevoelens en gedachten doet. Ja, dat vat het zo wel wat samen denk ik.
Je hebt veel zelf in de hand, al besef ik dat niet iedereen steeds die kracht heeft om zelf over een drempel te geraken, maar dan kan ik wel helpen.
Die “nie neute, nie pleuje” komt érgens vandaan hé. Ik ervaar Gentenaars als sterke mensen, ze zijn creatief, ze zijn vaak discreet, maar weten soms veel over jou, zonder dat ze het laten merken. Dat is voor mijn job ook een voordeel in de stad: anonimiteit zie je minder in een dorp. Daar zien ze jou soms binnenstappen bij een psycholoog, hier is dat minder. Discretie verzekerd dus.
Iedereen kent wel haast iedereen wat in Gent. Vorige maand vroeg een mevrouw die ik herkende als een verre buurvrouw in de straat mij “u bent een psychologe he mevrouw, en een goeie ook hoorde ik”, dat deed deugd. Maar het was vooral de voorzichtige discrete schroom waarmee ze het gesprek aanging die me wel charmeerde.
Mijn cliënten zijn C-level en komen deze Covid-19 wel door. Natuurlijk hebben ook deze sterke leiders soms hun twijfels.
Mensen hebben soms nood aan een babbel en dat verdwijnt nu wel – die onverwachte bezoeken op een verloren namiddag in de week of een zaterdag, langskomen voor een koffie en een babbel, dat is wat weg en veel mensen hebben daar nood aan. Je kan daar uiteraard wel eventjes zonder, maar je moet echt wel zoeken naar alternatieven om voldoende contact te houden met je vrienden, familie en je collega’s.
Dus twijfelen mag, nadenken mag, en ook de emoties tonen, dat mag. Veel mannen zijn ook meer dan vroeger bereid om over hun emoties te praten. Mannen en vrouwen die praten ook anders over emoties: de woordenschat is verschillend, en dat viel me al langer op.
Gent is voor mij een aangename stad: er wonen veel leuke aangename mensen, met veel ambitie en vechtlust om iets van hun leven te maken. De mix jong en oud vind ik ideaal hier: het is een kleine microkosmos, zonder het grootse en toch met wat werkpuntjes: iets gaan eten na een voorstelling in Vlaamse Opera of het NTGent, ja dat gaat hier niet makkelijk.
Ik heb het gevoel dat ik “in het leven eindelijk krijg wat ik eerder al had”, maar nooit besefte. Het doet me denken aan dat vers van Herman De Coninck.
Ik kijk uit op een groot plein vanuit mijn woonplaats, en dat geeft me rust. Ik zie Gent leven, bewegen, opengaan ’s morgens en dichtgaan. Het openbaar vervoer komt en gaat. Veel jonge mensen ook in Gent, en daar geniet ik van. Mooie mix aan opportuniteiten op de arbeidsmarkt, het culturele aanbod, en de vriendengroep die ook na de studies blijft bestaan, dit alles zorgt ervoor dat veel studenten na hun studies in Gent blijven. En ze zijn ook heel pragmatisch geworden, de jongeren. In alle openheid gaan ze ook rationeler om met elkaar. Dat merk ik in mijn consultaties: iedere leeftijd komt bij mij langs. Als koppels samen gaan wonen is er veel romantiek, maar ook veel ratio: als het stopt, dan stopt het. Deze generatie blijft niet samen voor het gemak of de schijn. Het doet ook pijn om te scheiden, maar dan beslissen ze wel. Ze durven ook veel meer. Zo blijf ik een enorme verbondenheid hebben met mijn klanten, en zie ik de link met hoe ze zijn, en hoe ze leven in de maatschappij of de stad. Boeiend allemaal.
Ik maak me anderzijds ook wel zorgen over bepaalde evoluties in de stad. Ik heb het niet over het mobiliteitsplan of de LEZ-zone, maar wél over de hoge huurprijzen, exclusievere panden, de hogere parkeertarieven. Voor mensen die net een zaak of winkeltje in stad zijn begonnen ligt de drempel ook vaak hoger om er iets leefbaars van te maken: soms helpt die legendarische Gentse creativiteit hen er wel door, maar toch.
Gent heeft die schoonheid. Dat hebben wandelingen mij geleerd, ’s avonds maar ook overdag. Je hebt het gevoel dat de stad jou ook veel teruggeeft. Ik wandel vaak rond in mijn stad en dan zie ik soms hier en daar winkels opstarten waar ik van denk…”ik hoop dat het hen lukt”. Ook bij mij binnenin wordt er dus gedacht en geleefd.
Ik hoorde ook onlangs dat winkels elkaar ook helpen, uit solidariteit. Het valt mij ook op dat artsen in Gent elkaar veel beter kennen dan pakweg in Brussel. Handig als patiënt dat ze even voor je bellen en je in contact brengen met een arts-specialist. Vaak kennen ze elkaar uit hun studententijd, maar ook omdat Gent kleinschalig is. Ze zijn dus in contact gebleven en helpen ze elkaar. Geweldig.
GUM
Ann Buysse
10/11/2020
Shadia Nasman
04/11/2020
Chocolaterie Van Hoorebeke
Christine Michels
02/11/2020
Het was een schot in de roos. De stad evolueerde, groeide en bloeide en wij konden ons echt uitleven. Luc kon zich volop uitleven in het zoeken en maken van nieuwe creaties, nieuwe smaken e.d.m. Ikzelf herleefde midden in de stad. Cedric, onze zoon, had ook de microbe te pakken en wou mee helpen om de Gentse traditie die wij hebben opgebouwd verder uit te dragen vanuit de extra shop in de Jan Breydelstraat.
Quatre Mains Klaviercentrum
Francis Mus
23/10/2020
Beperkingen kunnen bevrijdend werken. Dichters leggen zich allerlei regels op om hun gedachten te stroomlijnen en in een productieve mal van taal en muziek te gieten. Dat idee klonk de voorbije weken nogal wrang, toen we gebonden waren aan allerlei voorschriften die ons sociaal leven in hoge mate bepaalden. Niettemin zochten mensen overal ter wereld naar manieren om elkaar te vinden. In Italië hadden de bewoners van twee aanpalende appartementen zelfs een plank gemonteerd op de reling van hun balkon, die zo’n twee meter uit elkaar ligt. De plank werd zo een tafel, zodat beide buren toch ‘samen’ konden eten.
Hoewel ik in Gent dit soort taferelen niet heb gezien, is en blijft de stad voor mij bovenal een ontmoetingsplaats. Ik heb er vele vrienden, die ik tot voor de lockdown regelmatig zag op straat, thuis, in een koffiebar, of op een festival. Ook een groot deel van mijn schrijfwerk over Leonard Cohen of het pas verschenen ‘Grondtonen’ rijpte tijdens zo’n ontmoetingen met collega’s, vrienden en kennissen. De pianozaak annex gastenhuis Quatre Mains is een van die plekken. Het mooie decor van het indrukwekkende gebouw is erg uitnodigend. Lange tijd was er een koffiebar die gold als geheimtip onder Gentenaars. In de centrale ruimte worden het hele jaar door verschillende muzikale avonden georganiseerd. De covid-maatregelen leken dat allemaal teniet te doen, of toch bijna.
Een tijd geleden had ik een ontmoeting met iemand waarmee ik gedurende een aantal weken had gecorrespondeerd, onder meer over muziek (we spelen beiden piano). Ondanks het mooie weer konden de terrassen niet open, en dus leek een wandelingetje ‘op afstand’ de enige optie. Quatre Mains bood een alternatief. Doordat er geen concerten en optredens meer zijn, staan alle concertvleugels statig naast elkaar opgesteld in de winkel en wordt de centrale ruimte nu ingepalmd door twee imposante piano’s (voor de kenners: een Steinway staat er zij aan zij met een Fazioli). We konden tegelijk plaatsnemen aan een piano. De afwisseling van het klavierspel had veel weg van een dialoog waaruit meer kon opklinken dan uit een rumoerig terrasgesprek. Het zou cynisch zijn om de lockdown periode te verheerlijken, maar het maakte wel dat ik extra kon genieten van dit soort ‘momenten van onverwacht geluk’, hoe vluchtig die ook zijn.
(Toevoeging, vijf maand na het schrijven van dit stukje, net voor het online wordt geplaatst).
Deze morgen stapte ik op de fiets, en kwam er pas na een tijdje achter dat ik mijn mondmasker vergeten was. Eerst gevloek, daarna toch een gevoel van opluchting: na vijf maanden voelt het nog steeds onwennig en onnatuurlijk aan om een mondmasker op te zetten. Eigenlijk ben ik daar blij om. Deze crisis biedt wel wat kansen om onze manier van leven te herdenken, maar de zichtbare onzichtbare muren en maskers die we noodzakelijkerwijs moeten optrekken en opzetten, die wil ik slopen zodra het kan.
Tekst: Francis Mus
Foto: Francis Vanhee
Achter Gentse deuren
Het Objectief
Marieke Selhorst
25/9/2020
Intussen ben ik ook een ondernemer in Gent. Zo ondersteun ik met Het Objectief fotografen en andere beeldmakers in materiaal, en begeleid ik hen bij de uitvoering van hun project. Daarnaast ben ik partner voor enkele gentse bedrijven bij de uitvoering van hun visuele projecten. Kortom cultuur is voor mij zeer belangrijk. Het doet mij pijn als ik kwaadtongen hoor spreken over de culturele sector, als een bende dromers die hun hobby uitoefent, dat de overheid teveel geld kost en niet levensnoodzakelijk is. Als creatieve ondernemer kan ik me niet bedwingen om dit tegen te spreken. In het atelier zie ik kunstenaars, die hard werken, die durven springen en die zich engageren voor activiteiten zonder zekerheid op inkomsten. Ik bewonder hun lef en doorzetting.
Het is niet iedereen gegeven om deze moeilijke weg te bewandelen. Want het klopt dat niet alle activiteiten rendabel zijn. Maar in plaats van de sector te bekritiseren, daag ik diezelfde mensen uit om na te denken over alternatieve wegen om hen financieel te ondersteunen. Want vergis je niet, cultuur is absoluut levensnoodzakelijk. Cultuur dwingt je immers los te komen van de dagelijkse sleur, het doet je nadenken en het geeft je inspiratie om het anders te doen. En daar heeft uiteindelijk iedereen baat bij. Daarom durf ik luidop dromen van een Gent als culturele hoofdstad in 2030, waar iedereen zijn steentje bijdraagt om op een innovatieve manier cultuur te tonen aan een breed publiek.
Tekst: Marieke Selhorst
Foto: Francis Vanhee
Professor UGent
Yves T'Sjoen
18/9/2020
Het grootste deel van mijn leven speelt zich af in een volgestouwd kantoor op het gelijkvloers van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte – eerst was ik er student, dan aangesteld als academisch personeelslid. Intussen heb ik er al vele jaren mijn vaste plek verkregen. Meer nog, de boeken op kantoor zijn een filiaal van mijn thuisbibliotheek. Het is er tussen mijn honderden boeken en kasten vol archiefmateriaal ook een beetje thuiskomen iedere dag. De gedichten aan de muur, de parafernalia in de kasten, de foto’s en schilderijen/etsen: ze zijn mijn vertrouwde attributen in een hectische wereld.
Alle levensmomenten heb ik op de Blandijn een plek kunnen geven: de geboorte van de kinderen, het overlijden van mijn vader, het behalen van de doctorstitel. Zoals prof Musschoot mijn geestelijke mentor en promotor was – tot lang na mijn promotie – zo is de Blandijn mijn tweede thuis. Lief en leed heb ik er gedeeld. Het heeft ermee te maken dat je met passie leeft. Ik heb het voorrecht dat mijn beroep een verlengstuk is van die passie (voor literatuur en taal).
Muzikant
Veerle Simoens
04/9/2020
"Ik zat in een pianotrio met mijn zussen. Het was leuk om samen op tournee te kunnen gaan en om zoveel mee te maken. Ik nam het managementluik voor mijn rekening. Ik vond het toen al plezant om het puur artistieke te combineren met het zakelijke. Ik zag ons trio als een klein bedrijf dat in de markt gezet moest worden. Het was een erg leerrijke periode maar na tien jaar was het tijd voor iets nieuws. Ik werd zakelijk leider bij een orkest, Casco Phil. Een wereld van verschil: plots moest ik meer dan 35 neuzen in dezelfde richting krijgen. Extra uitdagend was het feit dat het gezelschap niet gesubsidieerd was. Ik ging op zoek naar alternatieven en heb de hele culturele sector van onder tot boven uitgespit.
“De tijd dat een artistiek coördinator vanuit zijn ivoren toren zaken besloot, is al lang gepasseerd. Het zakelijke en het artistieke kunnen perfect naast elkaar bestaan. Zo werkt het voor mij het best: als het ware met de Excelsheet en de cijfers ernaast een concept uitdenken. Ik ben uiteindelijk maar een kleine schakel in het geheel. Zonder mijn team ben ik niets. Ik vind dat trouwens een prachtig gegeven: een wild idee op tafel gooien en vervolgens iedereen die zijn stukje bijdraagt. Samen komen we tot zoveel sterkere concepten.”
Moursy Al Qasim
13/8/2020
Dirigent - Componist
Dirk Brossé
10/8/2020
Ik droeg Gent altijd wel mee, in mijn hart, en in mijn bloed. Dat Gents bloed stroomt door mijn aderen en bepaalt mijn DNA. Denk maar aan mijn band met het Gentse Conservatorium, het Film Fest Gent en de World Soundtrack Awards, elk jaar een hoogmis.
The Green Community
Luc De Bruyne
09/7/2020
Ik ben ook getogen in het centrum, er de grote wereld ontdekt (St-Jan Berchmanscollege in St Amandsberg), de muziek en de talen ontdekt (dank u William Van Puyenbroeck), veel opgestoken over de Nederlandse Letteren en geschiedenis van Jos Brabants en Alex Vandervust … het waren mooie tijden.
Atelier van het leven
Ann Deneir
06/7/2020
**
Bart Pollentier
23/6/2020
En buiten bleef het onweer maar doorgaan. Zalig.
Evenementenorganisator
Gilles De Backer
18/6/2020
Ik werk hier, als evenementenorganisator. En mijn vrienden wonen hier allemaal.
In de Culture Club was dat de eerste keer. Daarna volgden alle grote Gentse zalen. Op die manier hebben we heel wat jongeren in verbinding kunnen brengen. Op zo’n evenement ontstaat een gigantisch sociaal contact tussen duizenden bezoekers. Het leuke daaraan is dat je heel vaak een ontmoetingsplaats bent waar mensen mekaar voor het eerst leren kennen.
Sam De Graeve
15/6/2020
Ze woonden in oorden die ik niet kende: De Pinte, Lovendegem, Latem en andere exotische plekken.
Het was de tijd van de new wave, we gingen uit de bol door vertraagd intens te bewegen op een tegel op muziek van The Cure en aanverwanten.
Ze zette zich naast me, riep waar ze heen wilde, en babbelde honderduit. Ik vergeet haar smakelijke lach nooit. Zeker niet toen ze me voorstelde om in natura te betalen en ik, normaal nogal ad rem, laf stotterde dat ik een vaste partner had. Ze complimenteerde me, zei dat dat belangrijk was, en dat ik vooral heel veel de liefde moest bedrijven.
Jean
11/6/2020
Ben Van Alboom
08/6/2020
De waarheid is dat ik daar nooit een musical heb gezien, het meer dan een jaar heeft geduurd om tot aan het 9/11 Memorial te geraken en ik, zoals elke New Yorker, in een boog om Times Square heenliep omdat daar te veel toeristen rondhingen die mij zouden vertragen. Als ik erop terugkijk, leefde ik daar op een handvol lappen grond die samen niet groter waren dan Gent.
Zoals de meeste New Yorkers. Alleen moest ik altijd minstens een halfuur op de metro zitten om van de ene lap naar de andere te geraken. Waarmee ik níets slechts wil zeggen over New York – het blijft de meest inspirerende plek op aarde. Maar ik heb er geleerd dat Gent misschien wel de perfecte stad op mensenmaat is.
En zonder daar nu veel van te kennen, weet ik ook honderd procent zeker dat AA Gent een betere voetbalclub is dan de New York Red Bulls. Dus nee, het heeft nooit vreemd gevoeld om terug te keren naar Gent. Het is geen grootstad – dat is waar – maar het is ook verre van een slaapstad.
Alles wat ik nodig heb om goed te leven, is hier. We moeten erop – dat is ook waar – toezien dat dat zo blijft. Maar dat moet doenbaar zijn. En als ik even iets groters nodig heb: vanuit Gent sta ik sneller in Brussel of zelfs Parijs dan van Brooklyn in The Bronx.”
Eveline Coppin
04/6/2020
Ik zwaai kort en slenter de oprit af. Eindelijk liggen ze in bed. Eindelijk wat tijd voor mijzelf. Al zou een paar uur met mijn partner allèèn heel welkom zijn, maar er moet toch iemand op die drie snurkertjes letten en dan is in c-tijden mijn echtgenoot de enige, maar gelukkig ook ideale optie.
Toppapa!
Mijn oog valt op de kastanjeboom van de schuinschuinoverburen. Ik sta erbij en kijk ernaar. Ik was vergeten hoe mooi die was als hij in bloei stond!
Ik sla rechts het steegje in. De wilde aardbeienplantjes geven nog geen vruchten. De normaal drukke invalsweg naar het centrum is leeg. Was mijn hoofd ook maar zo … Ik ga naar links. De Japanse kerselaars geven van katoen in de De Pintelaan. Het Universitair Ziekenhuis komt in beeld.
Ik wandel er traag naartoe en maak cirkels met mijn armen om mijn stramme schouders los te wrikken. Het ziekenhuiscomplex beschouw ik als mijn achtertuin.
Nee, daar heeft ze bewust wél voor gekozen. Net voor de lockdown ging ik bij haar thuis op gesprek. Mijn eerste eindelevensgesprek. Bij een 39-jarige vrouw met uitgezaaide borstkanker. Ik kantel mijn hoofd naar achter, kijk naar boven en plaats mijn beide handen op mijn hart. “Dag Annabel”, zeg ik zacht en ik krul mijn mondhoeken naar omhoog. Ik weet dat ze content zou geweest zijn over het boek dat ik over haar heb geschreven. Haar tweelingszus was dat alleszins. Annabel had de kracht niet meer om het na te lezen en was al gestorven toen de gedrukte versie arriveerde, maar ik ben er zeker van dat het voor haar zoontje van zes van onschatbare waarde zal zijn. Er staat zwart op wit dat zijn mama van hem houdt en wat ze hem toewenst. Hij leest in haar geestelijk testament ook wat haar valkuilen waren en wat ze geleerd heeft in het leven.
Stef
02/6/2020
Dollend en gierend van het lachen totdat de kamer en onze hoofden tolden. Naast zijn job als manager bij de toenmalige RTT, was hij stadsgids in Gent. Hij hield ervan de Gentse geschiedenis doorspekt met boeiende anekdotes te delen met toeristen die zijn geliefde stad voor het eerst ontdekten.
Als kind mocht ik vaak mee op zijn µ rondleidingen. Mijn favoriete plaats was het Gravensteen. Steeds was ik vol verwondering van zijn verhalen over deze mysterieuze burcht en haar koele ridders.
Tony Martens
29/5/2020
Ik nam plaats, op een stoeltje naast zijn bed en we begonnen te praten. De avond viel over Gent, de stadsgeluiden verzachtten en de laatste straal avondlicht vulde de kamer. De onwennigheid bij de start sloeg snel om naar een openhartig en persoonlijk gesprek tussen ons.
Ik vroeg hem naar de verwezenlijkingen in zijn leven en hij vertelde kort over het drukke professionele leven dat hij had. Nadien vertelde hij over de dingen waarvan hij spijt had, spijt dat hij ze niet heeft kunnen verwezenlijken.
Professor UZ Gent
Guy T'Sjoen
27/5/2020
Ik herinner me helaas haar naam niet meer. Een enorm moedige dame, fier en mondig. Iemand die hard had moeten knokken en alles op het spel heeft gezet om te kunnen zijn wie ze werkelijk is. Een vrouw die haar transitie doorgemaakt had in de begin jaren ‘80. Een tijd waarin het allesbehalve evident was om bijvoorbeeld een chirurg te vinden voor geslachtsaanpassende chirurgie. En al zeker niet om ook juridisch alles te regelen wat met een geslachtsverandering gepaard gaat.
De formule wordt twee-jaarlijks herhaald in een andere Europese stad: in 2021 trekken we wellicht naar Göteborg en zo willen we uiteindelijk tot in elke uithoek van Europa raken. Dit zaadje kon perfect kiemen in de Gentse rock ’n roll voedingsbodem; niet teveel hiërarchie, de juiste mensen verzamelen en er gewoon voor gaan. Ik kan alleen maar hopen dat het project (EPATH) verder blijft bloeien en dat we binnen Europa een stevige stempel kunnen drukken op wetenschappelijk onderbouwde en adequate zorg voor transgender personen. De zorg die ze simpelweg verdienen!
Tekst: Charlotte Colman /Guy T'Sjoen
Shalan
25/5/2020
Ik woon nu in Gent en werk bij De Centrale, maar in 2010 werd ik uitgenodigd om in het orkest van Fairouz te spelen.